Funny Feet (Nederlands)

"Lachevoetjes"

Ontwerp: Thelma Egberts
Vertaling: Yvonne Philippa 

In een land hier ver vandaan, leefde eens een een levenslustige kabouterfamilie vreedzaam tesamen. De hele dag renden ze bedrijvig rond, terwijl ze hun ditjes en datjes deden. Maar op een droevige dag bracht hun rusteloze activiteit een zwarte heks tot razernij. Ze toverde alle kabouters om tot stenen tuinkabouters, niet in staat om maar een millimeter te bewegen. De goede fee kon niet veel doen om de vloek te verbreken. Op een ding na: ze toverde ze om tot sokken. Sinds die tijd lopen en rennen de kabouters weer heen en weer, gedragen door kindervoetjes.

Zoals alle sprookjes, is dit een waar gebeurd verhaal. En hier zijn de toverspreuken om deze sokken voor je eigen kabouter te breien.

Je breit deze sokken aan één stuk, inclusief oren en neus. Dit gebeurt door meerderen en minderen en door het breien van verkorte toeren. Ogen en mond borduur je later op. Je kunt de kabouters een eigen gelaatsuitdrukking geven. Je kunt ook verschillende haarstijlen maken en andere details toevoegen. Wees creatief en maak je kaboutersokken uniek.

Maten:
24/25 - 26/27 - 28/29 - 30/31 - 32/33 en 34/35

 

Materialen:
HK: hoofdkleur
SK: steunkleur

Sok met oranje gezicht
[BHK] Lana Grossa Meilenweit Primo; [420 m/100 g] ; kleur: 4305,

[SK] Phildar Lambswool [147 Yds / 50 g]; kleur: Curry 076
1 [1]  bol (circa 40 g van elke kleur)

Sok met grijs gezicht:
[HK en SK] Steinbach Wolle, Strapaz [ca. 150 m per 50g bol];

(deze kleuren zijn niet meer verkrijgbaar)

Sok met grijs gezicht:
[HK en SK] Steinbach Wolle, Strapaz [ca. 150 m per 50g bol];
(deze kleuren zijn niet meer verkrijgbaar)

Sok met zwart gezicht
[HK] Lana Grossa [Meilenweit Primo; 420 m/100 g] ; kleur: 4305,
[SK] Steinbach Wolle, Strapaz [ca. 150 m m per 50g] kleur: zwart 888; 1 [1]  bol(len)  (ca. 40 g van elke kleur)
Contrast- of borduurgaren (voor de afwerking van de gezichtjes)
1 set sokkennaalden of rondbreinaalden US #1/2,5 mm (of de maat die overeenkomt met de stekenverhouding)(eventueel 1 haaknaald 2,5 mm)
5 stekenmarkeerders
stopnaald
stopgaren of borduurgaren 

Stekenverhouding:
Ongeveer 32 steken x 48 toeren is 10 cm

Gebruikte afkortingen:
HK = hoofdkleur
SK = steunkleur
AF: afkanten
OP: opzetten
r: recht
a: averecht
mrk: markeerder(s)
st: steek
stn: steken
HK: hoofdkleur
SK: steunkleur
mrd: meerderen/meerdering
min: minderen/mindering
soknld: sokkennaaldjes
2rsam: brei 2 steken recht samen
sl: haal een steek af zonder te breien
Psso: haal de afgehaalde steek of steken over 

Lus- of bontsteek
Brei een steek recht, maar laat de steek niet afglijden. Breng de draad naar de voorkant van het werk tussen de twee naalden. Doe de draad om je linkerduim. Breng de draad weer naar achter. Brei de steek (vanaf de linkernaald) opnieuw en laat ‘m vallen. Haal de eerste steek over de tweede om de lus vast te zetten. Trek je duim uit de lus.

Gehaakte bontsteek

Steek de haaknaald in de eerste steek, draai de haaknaald rond de draad met de klok mee van links naar rechts. Gebruik de kop van de naald, trek met de vinger de draad door het werk en houd de gevormde lus vast met je wijsvinger. Laat de lus naar achter vallen en pak het eind van de draad, maak een omslag en trek dit door de lussen om de haaknaald. Zie deze video.  

1x1 Ribsteek (even aantal steken):
Alle toeren: [1r, 1a].

Linksvallende opgetrokken meerdering (LOM): Steek de linkernaald, van voor naar achter, in het ‘pootje’ van de steek onder de net gebreide steek. Brei de steek verdraaid.

Rechtsvallende opgetrokken meerdering (ROM). Steek je rechternaald, van voor naar achter, in het pootje onder de eerste steek van de linkernaald. Zet deze steek op de linkernaald en brei de steek verdraaid.

Omslaan & Keren:
Voor de neus en de hiel brei je verkorte toeren met omslagen (wraps). Ik doe dit bij voorkeur volgens de manier van Cat Borhi’s, bekijk haar video op You Tube

PATROON
B
oord
Schoenmaat 24/25 en 26/27 en 28/29: zet 52 steken op met HK;

Schoenmaat 30/31: zet 56 steken op met HK
Schoenmaat 32/33 en 34/35: zet 60 steken op met HK
Verdeel de steken over vier naalden, en begin met in het rond te breien (pas op: steken niet verdraaien). Plaats een steekmarkeerder om het begin van een toer aan te geven.

Als je het haar er later aan wilt haken, brei je 6 toeren in 1 x 1 boordsteek.
Als je het haar meteen wilt breien, dan ga je als volgt te werk:

toer 1: alle steken recht
toer 2:  1r, 1 r en maak een lus, herhaal deze 2 steken tot het einde van de toer
toer 3:  1 r en maak een lus, 1 r, herhaal deze 2 steken tot het einde van de toer
toer 4, 5, 6, 7: brei 1 x 1 boordsteek

Been met oren en neus
Brei met SK.

Brei 4 toeren tricotsteek.
Minder 4 sts in de eerste toer (48, 52, 56 sts)

Oren
De steken voor elk oor zitten tussen steekmarkeerders. Een averechte steek is het midden van het oor. Per oor maak je elke tweede toer 4 meerderingen: na steekmarkeerder 1, voor de averechte steek, na de averechte steek en voor steekmarkeerder 2. Dit doe je niet in de eerste toer (geen meerderingen) en in de tweede toer (2 steken meerderen).

Herhaal deze toeren met meerderingen tot er 21 steken tussen de steekmarkeerders staan. Vanaf dit punt begin je met het breien van de neus. Na de neus ga je door met het minderen voor de oren.

De oren lijken niet meteen op oren, maar houd moed. Als je ze later vouwt en sluit zie je het meteen. 

Oren deel 1, (meerderen): 
Toer 1: *recht 21 (23, 25),  plaats steekmarkeerder, 1r, 1a, 1r, plaats mrk * herhaal vanaf * een keer tot het eind van de toer (3 sts tussen mrk)
Toer 2: *recht 21 (23, 25) mrk, 1r, LOM, 1a, ROM, 1r, mrk. 22 r, mrk* herhaal vanaf * (5 st tussen mrk)
Toer 3: brei de steken zoals ze zich voordoen (behalve voor 1 a in het midden van elk oor).  
Toer 4: *21 r (23, 25) mrk, 1 r, LOM, r. tot 1 st voor averechte steek, 1 r, LOM, 1a, ROM,  1 r, recht tot 1 steek voor de mrk, ROM, 1 r, mrk, herhaal vanaf * (9 sts tussen mrk)
Herhaal toer 3 en 4 tot er 21 sts tussen elke paar steekmarkeerders staan
Eindig met toer 3.
Je bent op de helft van het oor, brei nu eerst de neus. 

Neus
De neus wordt tussen de oren gebreid (nogal logisch!) aan de voorkant van de sok. Dit gebeurt met verkorte toeren over tien steken.
Toer 1:, 15 r (16, 17)  Sla om en keer
Toer 2: (VK)  9 a, Sla om en keer
Toer 3: (GK)  8r, Sla om en keer

Ga zo door en laat elke toer 1 steek extra ongebreid tot er nog 1 steek over is. Daarna neem je toer voor toer alle steken weer op, 1 per toer. Nadat je de laatste steek weer hebt opgepakt (GK), brei je tot het eind van de toer. (Let op: de allerlaatste omgeslagen steek wordt alleen gebreid als de complete toer is gebreid). 

Oren deel 2 (minderen)
Toer 1: brei de steken zoals ze zich voordoen (r, behalve 1 a in elk oor)  

Toer 2: *recht tot mrk, mrk, 2rsam van voor naar achter, recht tot laatste 2 steken voor de averechte steek, 2rsam van achter naar voor, 1 a, 2rsam van voor naar achter, recht tot laatste twee steken voor de averechte steek, 2rsam van achter naar voor, mrk, herhaal vanaf *
Herhaal toer 1 en 2 tot er 5 sts tussen de mrks staan

Brei 1 toer recht.
Volgende toer: *r tot  mrk, 2rsam (voor insteken), 1a , 2rsam (achter insteken), mrk. Herhaal vanaf *
Verwijder de steekmarkeerders voor het oor.
Brei 6 toeren tricotsteek
Knip de draad af en ga weer met de HK breien tot het been de goede lengte heeft.

TIP: Brei hier een paar toeren in 1 x 1 boordsteek. Dan lijkt het of je kabouter een truitje draagt met een boordje. Het verbetert bovendien de pasvorm van de sok.

Hiel
Voor deze sok koos ik de jojo hiel, omdat dat mooi bij de neus past. Je kunt natuurlijk altijd een andere hiel breien als je dat wilt.

De hiel wordt heen en weer gebreid over de achterste helft van de sok. Let er op dat je de hiel niet breit aan de kant waar de neus zit! 

Zet 24 (26, 28) steken op één naald.
Toer 1 (GK) r. tot de laatste steek, omslaan en keren

Toer 2 (VK) a. tot de laatste steek, omslaan en keren

Herhaal deze twee toeren, iedere toer brei je een steek minder.
Als er  8 (8, 9) steken met een sjaaltje aan elke kant zijn en 9 (10, 10) steken zonder sjaaltje in het midden, begin je de steken met het sjaaltje weer te breien, elke toer een meer. Doe dit tot alle steken met een sjaaltje zijn gebreid. 

Voet:
Brei in het rond tot de voet de gewenste lengte heeft. (Maat 24/25: 12,5 cm. Maat 26/27: 14 cm. Maat 28/29: 14 cm. Maat 30/31: 15,5. Maat 32/33: 17 cm. Maat 34/35: 18 cm)
De teen wordt ongeveer 3,5 cm. 

Teen
NB controleer je stekenverhouding nog een keer. Als deze afwijkt, dan wordt je teen langer. Als dit zo is, minder dan vanaf het begin om de toer.

Toer 1: 2rsam, 20 r (22, 24), s1, 1r psso, 2 rsam, 20 r (22, 24) s1, 1 r, psso;
Toer 2, 3, 4: recht breien
Toer 5: 2rsam, 18 r (20, 22), s1, 1r, psso, 2rsam, 18 r (20, 22), s1, 1r, psso;
Toer 6, 7: recht breien
Toer 8: 2rsam, 16 r (18, 20), s1, 1r, psso, 2rsam, 16 r (18, 20), s1, 1r, psso;
Toer 9, 10: recht breien
Toer 11: 2rsam, 14 r (16, 18), s1, 1r, psso, 2rsam, 14 r (16, 18), s1, 1r, psso;
Toer 12: recht breien
Toer 13: 2rsam, 12 r (14, 16), s1,1r, psso, 2rsam, 12 r (14, 16), s1, 1r, psso;
Toer 14: recht breien
Toer 15 – 20: herhaal de minderingen (steeds 2 steken minder tussen de minderingen) tot er 10 steken over zijn.

Knip  af en trek de draad door de overgebleven steken en zet het vast.  Brei de tweede sok. 

Afwerking
Werk de draadjes weg.
Vouw de oren en naai ze aan elkaar.
Borduur ogen en mond.
Als je kabouter nog geen haar heeft, maak het dan door met de lussteek te haken aan de verkeerde kant.